wanneer? = quand?
waar? = où?
welke? = lequel?
wie? = qui?
van wie? = à qui?
waarom? = pourquoi?
wat? = quoi?
hoe? = comment?
hoe lang? = combien de temps?
hoeveel? = combien
heb jij? = avez-vous?
naar wie? = à qui?
waarmee? = avec quoi?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten